Waarom Natuurkunde?
Als natuurkundige is Peter relatief laat begonnen. Weliswaar had hij al in 1989 een propedeuse Natuurkunde gehaald aan de Universiteit Twenthe, maar hij is daarna verder gegaan in de richting Bedrijfskunde. Natuurkunde heeft hij als studie dus niet afgemaakt. Dat kwam voor een belangrijk deel door vakken als Quantum Mechanica, waar hij een "Natuurlijke" afkeer voor ontwikkelde. Te vaag, te complex, te abstract, te veel gegoochel met wiskundige formules en bovenal te weinig inhoud. Kortom, hij vond het te veel gespin en te weinig wol.
Als vak is de Natuurkunde echter altijd blijven boeien en Peter heeft veel nagedacht over wetenschappelijke methodologie en daar ook artikelen over geschreven. Toen hij echter in 2016 de kans kreeg om drie dagen per week als natuurkunde-docent voor middelbare school klassen van het Hermann Wesselink College te staan, ontbrandde zijn oude liefde voor de natuurkunde weer als vanouds.
Sindsdien is er veel gebeurd. Peter heeft een eigen kritiek op de hedendaagse Natuurkunde ontwikkeld. Maar daar bleef het niet bij. Hij ontwikkelde een geheel eigen gedachtegoed. De rode draad bij Peter is immers dat hij steeds streeft naar optimale eenvoud, naar het wegblazen van alle misvattingen, totdat alleen dat nog overeind staat wat werkelijk van waarde is. En daar dan op voortbouwen.
Zo deed Peter dat ook in de Natuurkunde. In de eerste 4 hoofdstukken van zijn boek "Monkeys do not die as lizards" blaast hij eerst een hoop onzinnigheden weg uit het huis der Natuurkunde, zodat de fundamenten weer een beetje zichtbaar worden, zonder alle onnodige en verwarrende franje. In de daaropvolgende twee hoofdstukken zet hij de lijnen uit voor een nieuwe oplossingsrichting, een nieuwe basis voor de Natuurkunde. Om dan in de hoofdstukken zeven en acht die nieuwe basis ook daadwerkelijk al neer te zetten.
Wat is er zo bijzonder aan die nieuwe oplossing dan?
De theorie die door Peter is ontwikkeld gaat er van uit dat "alles wat er bestaat", is opgebouwd uit slecht één soort basisdeeltje, het zogenaamde "Basic Phenomenal Object" (BPO), meestal gewoon afgekort tot Bp. Dus of het nu om elektronen gaat of fotonen, of over welk ander ons bekend deeltje van de natuur, ze zijn allemaal opgebouwd uit Bp's. En dat kan allemaal omdat deze Bp's van zichzelf al een bepaalde snelheid hebben. Ze hoeven dus niet door iets in gang gezet te worden. Daardoor krijgen ze een heel "levendige" interactie met elkaar. Dat is een theoretische stap van formaat. Een echte innovatie.
Een eigentijdse theorie als het "Standaard Model", heeft namelijk al minstens 32 verschillende soorten basisdeeltjes nodig om de verschijnselen der natuur te verklaren. Om nog maar te zwijgen van allerlei "virtuele" deeltjes die men daarbij ook nog nodig heeft. Ook hebben die deeltjes in het Standaard Model ingewikkelde interacties met elkaar. Bp's hebben daarentegen een hele eenvoudige en eenduidige interactie met elkaar. Ze beïnvloeden alleen elkaars bewegingsrichting.
Ondanks de eenvoud van deze BPO theorie, kun je er veel verschijnselen der natuur heel precies mee verklaren en berekenen. Meer nog zelfs dan met het Standaard Model. Met zijn zoon Vincent heeft Peter in 2020 eens een meetlat langs de BPO theorie gelegd. Samen onderzochten ze hoe die theorie scoorde op zogenaamde "wetenschappelijke deugden (scientific virtues)". De theorie bleek op alle fronten hoog te scoren!
In gewone mensentaal betekent dat, dat de BPO theorie eenvoudiger en consistenter is dan eigentijdse theorieën als de Quantum theorie en het Standaard Model en daarnaast ook universeler is en meer verklaringskracht heeft.
Meer weten? Lees het boek "Monkeys do not die as lizards".
volg de Natuurkundeblog.
lees zijn Artikelen,
of bekijk het leermateriaal dat hij voor zijn leerlingen op middelbare scholen maakte.